Realisatie diepvriesverwerking biologische groenten stapje dichterbij

Voor biologische akkerbouw is de teelt van groenten een belangrijke economische pijler onder veel bedrijven. Het gaat om hoog salderende gewassen, zowel voor de versmarkt als de verwerkende industrie. De afgelopen jaren is het areaal biologische akkerbouwmatig geteelde groenten sterk toegenomen in de provincie Groningen. Een zeer groot deel van de groente is bedoeld voor diepvries. 

De verdere groeimogelijkheden van het areaal worden echter beperkt doordat de verwerking op grote afstand (250 á 400 km) plaats vindt. Voor verwerking van veel groenten, maar zeker voor kwaliteitsgevoelige groenten zoals spinazie is snelle verwerking na de oogst, een korte afstand tot de fabriek cruciaal. In het kader hiervan wordt het onderzoek ‘diepvriesverwerking in het noorden’ uitgevoerd door een team met o.a. specialisten van Machandel (biologische conserven, Haulerwijk) en de kwartiermakers biologische landbouw, onder leiding van de biologische vollegrondsgroenteteler Arjan Prins uit Meeden.

Conclusie haalbaarheidsstudie fase 1

In de periode oktober 2021 tot april 2022 is in het kader van de Haalbaarheidsstudie fase 1 met alle belangrijke partijen in de sector voor de (Noord) Nederlandse biologische industriegroenten gesproken, behalve met de Retail en de verder verwerkende industrie. Het betrof gesprekken met organisaties die als regisseur optreden in teelt, oogst en logistiek tot aan de fabriekspoort, zoals BioFreshi, Laarakker, Rijko/De Schakel en Green Organics. De eerstgenoemde drie zijn al enkele jaren actief in Groningen op dit gebied. Ook zijn één of meer gesprekken gevoerd met de diepvriesfabrikanten Maasoever (Food Team), Ardo, met regionale partijen als Machandel en met twee Duitse partijen, waaronder Westhof/Biofrost. Deze partijen zien zonder uitzondering in dat het zeer zinvol is om een diepvriesfabriek te realiseren in het noorden.

Vervolgens is gerekend aan 2 vrieslijnen met een capaciteit van 6  ton per uur. Conclusie op basis van de berekeningen in fase 1 is dat dekostprijs concurrerend is, zowel in de eerste jaren tijdens de startfase als later met een grotere productrange en een groter volume. Hierbij is nog niet in rekening gehouden met de korte transportafstand teler-fabriek, die leidt tot een reductie in transportkosten en betere kwaliteit van het product. In dat geval is er een verlaging van de risico’s en verlies aan (afgekeurd) product.

Hoe verder: fase 2

De concrete aanknopingspunten die er nu zijn, geven aanleiding om als vervolg op de gesprekken een tweede fase van het haalbaarheidsonderzoek uit te willen voeren. Deze fase is gericht op de volgende onderdelen:

  1. Vervolggesprekken met potentiele afnemers gericht op het maken van harde afspraken.
  2. Vervolggesprekken met telers en telersorganisatie gericht op het maken van teeltafspraken.
  3. Welke speler(s) in de bio diepvries sector is/zijn  geïnteresseerd om hier als partner in te stappen?
  4. Hoe ziet de diepvries faciliteit er uit (daadwerkelijk technisch ontwerp) en welke investeringen zijn nodig?
  5. De investeringsbehoefte en dekking.
  6. Opstellen van het businessplan.
  7. Opstellen subsidie aanvraag incl. inventarisatie mogelijkheden.

Het streven is om in oktober 2022 antwoord te hebben op deze vragen. Bij een positief eindbeeld willen we dit jaar nog beginnen met de realisatie van de fabriek met de ambitie om de oogst 2023 te kunnen verwerken.